In onze vorige nieuwsbrief hebben wij al uw aandacht gevraagd voor dit onderwerp. Indien u emigreert naar het buitenland wordt er een conserverende aanslag opgelegd over de waarde van de opgebouwde pensioenen en lijfrentekapitalen. Deze aanslag wordt niet ingevorderd, en vervalt na verloop van tien jaar. Indien er een afkoop plaatsvindt binnen die tien jaar periode, dan wordt de aanslag alsnog ingevorderd. De Hoge Raad heeft in het verleden al beslist dat het opleggen van een conserverende aanslag niet is toegestaan als op basis van het belastingverdrag met het land van emigratie, het nieuwe woonland uitsluitend heffingsbevoegd is over het pensioen en lijfrente. Daarop heeft de wetgever gereageerd en de regelgeving voor de conserverende aanslagen aangepast. Rechtbank Zeeland-West- Brabant had een casus, waarin geëmigreerd werd naar Frankrijk, voorgelegd aan de Hoge Raad. Deze moest beslissen of de aangepaste regelgeving het inderdaad mogelijk maakt om een conserverende aanslag op te leggen in situaties dat het nieuwe woonland uitsluitend bevoegd is om te heffen over pensioenen en lijfrenten.
Inmiddels heeft de Hoge Raad beslist dat de nieuwe regelgeving de toets der kritiek kan doorstaan en dat het opleggen van een conserverende aanslag mag. Echter niet met terugwerkende kracht. Voor de lijfrenteaanspraak geldt het aanvaardbaar zijn van de conserverende aanslag namelijk alleen voor zover de uitgaven ( premiebetalingen ) zijn gedaan in de periode van 1 januari 1992 tot 1 januari 2001 of in de periode na 15 juli 2009. Voor de pensioenaanspraak geldt het aanvaardbaar zijn van de conserverende aanslag alleen voor aanspraken en bijdragen die niet tot het loon zijn gerekend in de periode na 15 juli 2009. Er zal dus gecompartimenteerd moeten worden.
Let wel, een andere vraag is nog of de conserverende aanslag mag worden ingevorderd als het nieuwe woonland op het moment van de afkoop bevoegd is daarover te heffen.
Meer weten? Neem dan contact met ons op.