Maatregelen particulieren

20 september 2017

Nieuwe heffingskortingen

Voor 2018 gelden naar verwachting de volgende maximale heffingskortingen. Tenzij nadrukkelijk aangegeven gaat het om maxima voor belastingplichtigen die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.

 

OmschrijvingBedrag/ percentage 2017Bedrag/ percentage 2018
Algemene heffingskorting jonger dan AOW-gerechtigde leeftijd€ 2.254€ 2.265
Algemene heffingskorting AOW-gerechtigde leeftijd en ouder€ 1.151€ 1.157
Afbouwpercentage algemene heffingskorting4,787%4,683%
Minimum algemene heffingskorting€ 0€ 0
Arbeidskorting€ 3.223€ 3.249
Afbouwpercentage arbeidskorting3,6%3,6%
Minimum arbeidskorting€ 0€ 0
Opbouwpercentage arbeidskorting28,317%28,067%
Inkomensafhankelijke combinatiekorting€ 2.778€ 2.801
Jonggehandicaptenkorting€ 722€ 728
Ouderenkorting (lagere inkomens)€ 1.292€ 1.418
Ouderenkorting (hogere inkomens)€ 71€ 72
Alleenstaande ouderkorting€ 438€ 423

 

Vervallen tijdklemmen  

Een uitkering uit een kapitaalverzekering eigen woning was onbelast als tenminste 15 of 20 jaar (de tijdklemmen) premies waren voldaan. Dit gold ook voor de later ingevoerde spaarrekening eigen woning en het beleggingsrecht eigen woning. De voorwaarde dat tenminste 15 of 20 jaar bedragen moesten zijn ingelegd zijn vorig jaar al afgeschaft. Die afschaffing gold officieel niet voor kapitaalverzekeringen afgesloten voor 1 januari 2001. Hiervoor kwam een goedkeurend besluit. Met de wetswijziging wordt dit goedkeurende besluit voor tijdklemmen nu formeel in wetgeving omgezet. Voorts zijn enkele redactionele aanpassingen doorgevoerd.

Let op! De voorwaarde dat de hoogste inleg niet hoger mag zijn dan tien maal de laagste inleg geldt nog steeds! 

Het einde van de inkeerregeling

De inkeerregeling houdt in dat iemand binnen een bepaalde termijn bij de Belastingdienst kan melden dat de aangifte onjuist of onvolledig was en daarmee een boete kan ontlopen. Deze regeling wordt afgeschaft. Dat betekent dat er toch een boete kan worden opgelegd als iemand uit eigen beweging meldt dat er aangifte gedaan had moeten worden of dat de aangifte onjuist of onvolledig was. In ernstige gevallen is zelfs strafrechtelijke vervolging mogelijk. Inkeer blijft wel een strafverminderende omstandigheid. De op te leggen boete zal lager zijn dan wanneer de inspecteur op een andere manier ontdekt dat er te weinig belasting is geheven.

Tip: De huidige inkeerregeling blijft van toepassing voor aangiften die vóór 1 januari 2018 zijn gedaan of hadden moeten worden gedaan. Eveneens voor inlichtingen en gegevens die vóór 1 januari 2018 zijn verstrekt of hadden moeten worden verstrekt.

Navorderingsmogelijkheid van schenk- en erfbelasting wordt uitgebreid

Voor navordering van schenk- en erfbelasting is een nieuw feit vereist. Plus dat de navorderingstermijn van 5 of 12 jaar na het ontstaan van de belastingschuld nog niet verlopen is.

Let op! Navordering kan ook (hiervoor is geen nieuw feit vereist en de hiervoor genoemde navorderingstermijnen gelden dan niet) als van een verkrijger een te laag bedrag aan schenk- of erfbelasting is geheven vanwege het feit dat een aan een andere verkrijger opgelegde aanslag wordt verminderd.

Let op! Het kabinet wil (direct) in de Successiewet 1956 regelen dat navordering ook kan wanneer vanwege een vermindering van een belastingaanslag een navorderingsaanslag aan dezelfde verkrijger moet worden opgelegd. Dit speelt bijvoorbeeld als in verband met een vermindering van een ‘gewone’ aanslag en een conserverende navorderingsaanslag (voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)) moet worden opgelegd.  

Verdeling vermogen bij gehuwden

Het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden kan een vermogensverschuiving tot gevolg hebben. In wetgeving wordt nu vastgelegd wanneer er dan sprake is van een schenking voor de schenkbelasting. Voor de erfbelasting worden soortgelijke bepalingen opgenomen.

De hoofdregel wordt dat het aangaan of het wijzigen van huwelijkse voorwaarden alleen tot heffing van schenkbelasting kan leiden voor zover:

  • het aandeel van de minstvermogende in het totale vermogen hoger wordt dan 50% of
  • het aandeel van de meestvermogende in het totale vermogen toeneemt.

Er is onder meer geen sprake van een belaste schenking bij een vermogensverschuiving als gevolg van het aangaan van een huwelijk waarbij de echtgenoten kiezen voor een algehele huwelijksgemeenschap met gelijke aandelen.

Let op! Goederen die zijn verkregen onder een uitsluitingsclausule worden buiten beschouwing gelaten, omdat de overdracht van dergelijk vermogen civielrechtelijk niet mogelijk is. 

Let op! Deze wetgeving staat los van de aanpassingen in het huwelijksvermogensrecht die ook per 1 januari 2018 in werking treden. 

Let op! De regelgeving zal ook gelden voor een geregistreerd partnerschap en eveneens voor ongehuwd samenwonenden die een samenlevingscontract met een wederzijdse zorgplicht opstellen of wijzigen. 

Let op! Indien een huwelijk, geregistreerd partnerschap of notarieel samenlevingscontract wordt gesloten met als voornaamste doel het ontgaan van schenk/ en erfbelasting, geldt de hoofdregel niet. Iedere vermogensverschuiving wordt dan als belaste verkrijging aangemerkt. 

Pleegzorgvergoeding blijft vrijgesteld

Bij het opvangen van vier of meer kinderen kan de pleegzorgvergoeding mogelijk uitgaan boven de kosten die pleegouders maken. Om te voorkomen dat beoordeeld moet worden of er sprake is van een bron van inkomen is met ingang van 1 januari 2013 een vrijstelling voor pleegzorgvergoedingen opgenomen in de inkomstenbelasting. Deze vrijstelling kent een zogenaamde horizonbepaling. Dat betekent dat de vrijstelling eind 2017 vervalt, tenzij er nieuwe maatregelen worden genomen. In afwachting van de uitkomsten van een onderzoek naar de financiële aspecten van pleegzorg, wordt de vrijstelling verlengd tot 1 januari 2019.

Giften aan culturele instellingen

Op grond van de huidige wetgeving vervalt per 1 januari 2018 de multiplier in de giftenaftrek voor giften aan culturele instellingen. De multiplier verhoogt het bedrag van de giften aan culturele instellingen. In de inkomstenbelasting is de verhoging 25%, met een maximum van € 1.250. In de vennootschapsbelasting is de multiplier 50%, met een maximum van € 2.500. De Tweede Kamer heeft besloten dat evaluaties van de giftenaftrek ‘controversieel’ zijn. Conclusies worden voorbehouden aan het volgende kabinet. Daarom stelt het huidige kabinet voor om de geldigheidsduur van de regeling van de multiplier met een jaar te verlengen tot 1 januari 2019.

Let op! Voor de verlenging van de geldigheidsduur van de multiplier voor giften aan culturele instellingen is goedkeuring van de Europese Commissie vereist.

Tip: Bij aanneming en goedkeuring van dit voorstel zal ook in 2018 een verhoogde giftenaftrek gelden voor schenkingen aan culturele instellingen. Bereken vooraf wat fiscaal het voordeligste is: schenken via een B.V. of schenken in privé.

Aanslagtermijnen voor de schenkbelasting

Er komt een bijzondere regeling voor de termijn waarbinnen de inspecteur een aanslag of navorderingsaanslag schenkbelasting kan opleggen als de aangifte schenkbelasting niet-tijdig is gedaan. Wanneer een aangifte voor de schenkbelasting wordt gedaan na 30 april van het jaar volgend op het jaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden start de aanslagtermijn (drie jaar) pas na de dag van het doen van de aangifte. De navorderingstermijn start dan eveneens op die dag.

Let op! Deze bepaling zal gaan gelden voor alle aanslagen schenkbelasting die vanaf 1 januari 2018 worden vastgesteld, dus ook voor schenkingen die voor de inwerkingtreding van deze wet hebben plaatsgevonden.