In een financiële administratie zijn de verplichte vermeldingen op een factuur:
– Datum;
– Volgnummer;
– Identiteit van de leverancier (naw en KvK gegevens);
– BTW identificatienummer;
– Periode waarop de factuur betrekking heeft (ingeval van periodieke leveringen);
– Aantallen, eenheidsprijzen en beschrijving van diensten/producten die geleverd zijn (of worden in geval van een voorschotnota) en het daarbij behorende BTW tarief;
– Datum;
– Volgnummer;
– Identiteit van de leverancier (naw en KvK gegevens);
– BTW identificatienummer;
– Periode waarop de factuur betrekking heeft (ingeval van periodieke leveringen);
– Aantallen, eenheidsprijzen en beschrijving van diensten/producten die geleverd zijn (of worden in geval van een voorschotnota) en het daarbij behorende BTW tarief;
Houd in uw administratie rekening met het volgende. Bij levering van diensten of goederen aan afnemers in de EU wordt gesproken over een intracommunautaire levering. Bij een dienst wordt als hoofdregel de btw verlegd en hoeft u deze niet niet door te rekenen aan uw klant. U dient daarbij op de factuur te vermelden dat de btw wordt verlegd en daarbij het btw nummer van de klant te vermelden. Er is sprake van een intracommunautaire levering en het nul tarief is van toepassing wanneer u aan 2 voorwaarden voldoet:
- U vervoert de goederen naar een ander EU-land. Dit moet u kunnen aantonen aan de hand van uw administratie. Bijvoorbeeld met bestelformulieren, orderbevestigingen, en transportpapieren.
- Uw afnemer is ondernemer. Hij heeft een btw-identificatienummer in het land waar de goederen naartoe gaan.
Voldoet u niet aan beide voorwaarden? Bijvoorbeeld omdat uw afnemer een particulier is, of geen btw-identificatienummer heeft? Dan is het 0%-tarief niet van toepassing. In dat geval moet u btw berekenen en de btw aangeven en betalen.