Overgang eigen woning naar langstlevende partner middels testament of verblijvingsbeding ?

25 augustus 2020


Indien partners samen een eigen woning bezitten, is het vaak de bedoeling dat na overlijden van één van hen de woning overgaat op de langstlevende partner. Dit kan worden geregeld via een verblijvingsbeding of via een bepaling in het testament van de partner(s). Op grond van de wet IB gaat het eigenwoningverleden van de overleden partner dan over op de langstlevende. Had deze laatste een oude, aflossingsvrije eigenwoningschuld waarop het overgangsrecht van toepassing is, dan geldt dit overgangsrecht ook voor de langstlevende, indien deze de eigen woning en schuld verkrijgt krachtens testament. Er gaat dan geen nieuwe aflossingseis gelden. Is sprake van een ‘nieuwe’ eigenwoningschuld met aflossingseis, dan gaat het bestaande aflossingsschema mee over.

Krijgt de langstlevende een eigen woning en eigenwoningschuld krachtens een verblijvingsbeding en is sprake van een ‘oude’ aflossingsvrije eigenwoningschuld, dan geldt het overgangsrecht voor hem niet meer en kan de schuld niet meer aflossingsvrij zijn, wil deze als eigenwoningschuld kwalificeren. Anderzijds kan een verblijvingsbeding voordelig zijn indien het gaat om een nieuwe eigenwoningschuld; het aflossingsschema gaat dan niet mee over, waardoor voor een nieuw aflossingsschema van maximaal 360 maanden kan worden gekozen. Dit kan voordelig zijn doordat de jaarlijkse lasten lager worden.

Heeft u een vraag over bovenstaande of advies nodig inzake de eigenwoningregeling? Neem dan contact met ons op!