Het oorspronkelijke plan van ex-staatssecretaris Snel om de box 3-heffing eerlijker te maken, gaat niet door. Deze nieuwe vermogensrendementsheffing zou per 1 januari 2022 worden ingevoerd. De huidige staatssecretaris Vijlbrief wil een “simpelere” manier vinden om de belasting op spaargeld en beleggingen eerlijker te maken. Hij stelt dat in het eerdere voorstel een te groot onderscheid wordt gemaakt tussen de belasting over rendementen uit beleggingen en belasting over spaarrente.
Momenteel wordt er over een fictief rendement geheven in box 3, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen beleggingen en spaargeld. Boven het heffingvrij vermogen van € 30.846 (2020) wordt voor de eerste € 72.000 een rendement geacht te worden behaald van 1,79%, daarboven wordt men met vermogen tot een miljoen geacht een rendement te behalen van 4,185% en met vermogen boven een miljoen 5,28%. Rendementen uit beleggingen waren vóór de coronacrisis vaak vrij hoog, terwijl de rente op spaargeld al lange tijd erg laag is. Voor beide soorten vermogens wordt nu echter hetzelfde fictieve rendement aangehouden.
Vijlbrief geeft aan de enige echte oplossing voor een eerlijke heffing over vermogen te zien in het belasten van het reële rendement. Omdat de Belastingdienst de precieze rendementen uit investeringen echter niet kan achterhalen, is die manier van belasten uitvoeringstechnisch lastig. Vijlbrief wil daarom met een oplossing komen die kleine spaarders en beleggers grotendeels ontziet, door bijvoorbeeld het bedrag aan vermogen waarover geen belasting behoeft te worden betaald voor spaarders en beleggers aanzienlijk te verhogen.