Integratie RDA en S&O
Door integratie van de S&O-afdrachtvermindering en de RDA, is er per 2016 een belastingen regeling minder en bestaat de S&O-afdrachtvermindering uit één grondslag voor alle S&O-kosten. Er vindt dan ook een aanpassing plaats in de verschillende voordeelpercentages, het starterspercentage en de grens tussen de eerste en tweede schijf. Het huidige plafond vervalt, waardoor er geen maximum meer is voor de in aanmerking te nemen afdrachtvermindering op de verschuldigde loonbelasting en premie volksverzekeringen. Ter versobering van de geïntegreerde regeling zullen twee soorten werkzaamheden niet langer kwalificeren voor de afdrachtsvermindering.
S&O-afdrachtvermindering | |||
Jaar | 2015 | 2016 | |
1e schijf | 35% | 32% | |
1e schijf starter | 50% | 40% | |
Grens 1e schijf | € 250.000 | € 350.000 | |
2e schijf | 14% | 16% | |
Plafond | € 14 mln | vervallen |
Inkomensafhankelijke opbouw arbeidskorting in tabel bijzondere beloningen
Op grond van het Belastingplan 2015 is voor het jaar 2015 de inkomensafhankelijke afbouw van de arbeidskorting in de tabel bijzondere beloningen verwerkt. Met ingang van 2016 zal dit ook gebeuren met de inkomensafhankelijke opbouw van de arbeidskorting. Voor werknemers met een inkomen tot ongeveer € 20.000 betekent dit dat zij het deel van de arbeidskorting toegekend voor bijzondere beloningen, direct kunnen realiseren in de loonbelasting.
Aanscherping gebruikelijkheidscriterium
Ter verbetering van de bestrijding van tariefarbitrage wordt het gebruikelijkheidscriterium in de werkkostenregeling aangepast. Het door de werkgever aanwijzen van een vergoeding of verstrekking van een bepaalde omvang als eindheffingsbestanddeel moet gebruikelijk zijn, en niet de omvang van de vergoedingen of verstrekkingen als zodanig. Het moet dus gebruikelijk zijn dat de werkgever de verschuldigde heffingen over de vergoeding of verstrekking via eindheffing voor zijn rekening neemt.
Let op!
Het is bijvoorbeeld niet gebruikelijk dat een werkgever het maandloon, vakantiegeld of een hoge bonus van een werknemer aanwijst als eindheffingsbestanddeel.
Omvorming bestaande premiekortingen specifieke werknemers
Op basis van het wetsvoorstel tegemoetkomingen loondomein komt er voor werkgevers een nieuw systeem met tegemoetkomingen belastingen in de vorm van loonkostenvoordelen bij het in dienst nemen van oudere uitkeringsgerechtigden en arbeidsgehandicapte werknemers (LKV’s). Dit zou in werking moeten treden op 1 januari 2018. Daarnaast regelt dit voorstel de invoering van een loonkostenvoordeel voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een relatief laag loon (LIV’s) per 1 januari 2017. Het moet dan gaan om substantiële banen van ten minste 1248 uur op jaarbasis.
Huidige en nieuwe tegemoetkomingen | |||
Doelgroep | Huidige premiekorting | Nieuwe maximum tegemoetkoming |
|
100 – 110% WML (LIV) | – | € 2.000 | |
110 – 120% WML (LIV) |
– | € 1.000 | |
Ouderen 56+ | € 7.000 | € 6.000 | |
Arbeidsgehandicapten | € 7.000 | € 6.000 | |
Banenafspraak | divers | € 2.000 |
Let op!
In het overgangsjaar (2017) zal samenloop tussen de huidige premiekortingen en het LIV mogelijk zijn. In 2017 kan de werkgever beide tegemoetkomingen ontvangen voor een werknemer die kwalificeert voor een premiekorting en het LIV.