Uitbreiding coronasteunmaatregelen 2021

23 januari 2021

Op 21 januari 2021 heeft het demissionaire kabinet een uitbreiding en verbreding van de coronasteunmaatregelen aangekondigd voor het eerste en tweede kwartaal 2021. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste (wijzigingen in de bestaande) maatregelen.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
Het vergoedingspercentage van de TVL wordt in het eerste en tweede kwartaal van 2021 85% voor alle ondernemingen die in aanmerking komen. Het vergoedingspercentage ademt dus niet meer mee met het omzetverlies, maar bedraagt voor iedere onderneming 85%. Het omzetverlies moet wel, zoals voorheen ook het geval was, minimaal 30% bedragen (zie ook onze blog van 14 december 2020) Daarbij wordt de omzet van het eerste kwartaal 2021 vergeleken met die van het eerste kwartaal 2019. De omzet van het tweede kwartaal 2021 wordt vergeleken met die van het tweede kwartaal 2019. Het maximale subsidiebedrag wordt verhoogd van € 90.000 naar € 330.000 per mkb-onderneming. Het minimumbedrag aan subsidie wordt in het eerste en tweede kwartaal van 2021 verhoogd van € 750 naar € 1.500 per ondernemer per kwartaal.

Daarnaast wordt de TVL nu ook beschikbaar voor niet-mkb bedrijven, hetgeen inhoudt dat de grens van maximaal 250 werknemers wordt afgeschaft. Voor deze bedrijven geldt een maximum aan TVL-subsidie van € 400.000.

Momenteel komt een ondernemer alleen in aanmerking voor de TVL indien, naast de andere voorwaarden, wordt voldaan aan het vastelastencriterium. De vaste lasten dienen minimaal € 3.000 te bedragen. De vaste lasten worden daarbij forfaitair bepaald met als uitgangspunt de omzet uit de referentieperiode (voor Q4 2020 is dit de omzet behaald in Q4 2019). Voor kleine ondernemingen geeft dit problemen, omdat zij vaak te weinig omzet hebben om aan het vastelastencriterium te voldoen. Het kabinet is de mogelijkheden aan het verkennen om het bedrag van € 3.000 naar beneden bij te stellen en komt hier nog op terug. Wij houden u op de hoogte.

Naar verwachting kan de TVL voor het eerste kwartaal 2021 (TVL 3) worden aangevraagd vanaf februari 2021. Wij inventariseren voor onze klanten wie in aanmerking kan komen voor deze regeling en nemen contact met hen op. Verwacht u zelf in aanmerking te komen, neem dan gerust contact met ons op!

Verlenging voorraadsubsidie gesloten detailhandel (VGD)
In verband met de sluiting van de detailhandel in december, kwamen verschillende ondernemingen met bepaalde SBI-codes in de detailhandel in aanmerking voor de VGD. Deze wordt automatisch toegekend bij de aanvraag voor de TVL vierde kwartaal 2020, mits aan alle voorwaarden voldaan. De VGD zorgde in dat kwartaal voor minimaal 2,8% extra subsidie.

Deze regeling wordt verlengd en geldt ook in het eerste kwartaal van 2021. Het percentage extra subsidie wordt daarbij verhoogd naar 17,85%. Ook hier moet weer worden voldaan aan alle voorwaarden van de TVL en daarnaast aan de voor de VGD vastgestelde SBI-codes. De VGD wordt automatisch toegekend bij een positieve beschikking op de aanvraag voor de TVL van deze ondernemingen.

Noodmaatregel overbrugging voor behoud van werknemers (NOW)
Ook het vergoedingspercentage van de NOW wordt verhoogd, van 80% naar 85%. Dit percentage geldt zowel voor het eerste als het tweede kwartaal 2021. Eerder werd al besloten om de voorgenomen afbouw van de NOW-subsidie te laten varen. Voor het overige blijven de voorwaarden voor de NOW gelijk. Er moet derhalve ook sprake zijn van een omzetverlies van minimaal 20%. Daarbij wordt de (gekozen) omzetperiode steeds vergeleken met de omzet in 2019, gedeeld door vier.

De aanvraag voor de NOW eerste kwartaal 2021 (NOW 4) kan naar verwachting vanaf 15 februari 2021 worden gedaan. Wordt voldaan aan alle voorwaarden, dan ontvangt de werkgever wederom binnen enkele werkdagen na toekenning een voorschot van 80% van het geschatte subsidiebedrag.

Wij zullen onze klanten die voor de NOW 4 in aanmerking komen, benaderen hierover. Verwacht u zelf recht te hebben op deze tegemoetkoming? Neem dan gerust contact met ons op.

Starters
Voor ondernemers die in het eerste of tweede kwartaal van 2020 zijn begonnen met hun bedrijfsuitoefening, wordt een kredietfaciliteit in het leven geroepen. Zij krijgen de mogelijkheid om een corona-overbruggingskrediet aan te vragen voor een maximumbedrag van € 35.000. Daar betalen zij 1,75% rente over en de looptijd is 4 tot maximaal 6 jaar.
Dit voorstel dient nog te worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Wij houden u op de hoogte.

Ook wordt voor het eerste en tweede kwartaal 2021 een aparte regeling in het leven geroepen voor starters die hun onderneming tussen 1 januari en 30 juni 2020 zijn gestart, die is gebaseerd op de huidige TVL-regeling. De exacte parameters zijn nog niet bekend, maar het derde kwartaal van 2020 zal als referentieperiode gaan gelden voor de regeling. Starters die tussen 1 januari en 15 maart 2020 hun bedrijf hebben aangevangen, komen theoretisch gezien in aanmerking voor zowel de bestaande TVL-regeling als voor deze op de TVL gebaseerde startersregeling. Om deze overlap te beperken, stelt het kabinet voor deze groep ondernemers in het tweede kwartaal 2021 alleen voor de nieuwe startersregeling in aanmerking te laten komen.

Het kabinet streeft ernaar de aanvraagperiode voor de nieuwe startersregeling open te kunnen stellen vanaf april of mei 2021. Wij houden u op de hoogte over de ontwikkelingen van deze regeling.

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
De eerder voorgenomen invoering van de beperkte vermogenstoets bij Tozo 4 vindt geen doorgang (zie ook onze blog van 30 september 2020. Dat houdt in dat de voorwaarden voor Tozo 4 gelijk zullen zijn aan die voor Tozo 3. De partnerinkomenstoets zal derhalve wel blijven bestaan.

Daarnaast was het bij de Tozo 3 vanaf december 2020 niet meer mogelijk om met terugwerkende kracht de uitkering aan te vragen voor oktober of november; de terugwerkende kracht van een aanvraag gold alleen tot het begin van de aanvraagmaand. Vanaf 1 februari 2021 kan de Tozo-uitkering weer worden aangevraagd met een ruimere terugwerkende kracht, tot het begin van de maand vóór de aanvraagmaand. Tozo 3 loopt overigens tot en met maart 2021. Voor Tozo 4, die vanaf april 2021 kan worden aangevraagd, geldt dezelfde terugwerkende kracht.

Wij benaderen onze klanten die mogelijk in aanmerking komen voor Tozo 4 vanaf april 2021 om hen te ondersteunen bij deze aanvraag. Wilt u weten of u in aanmerking komt en/of heeft u hulp nodig bij de aanvraag, neem dan gerust contact met ons op.

Bijzonder uitstel van betaling belastingschulden
Het kabinet heeft besloten om het tijdelijk versoepelde uitstelbeleid voor betaling van belastingschulden opnieuw te verlengen. De oorspronkelijke einddatum van 1 april 2021 wordt verschoven naar 1 juli 2021.

Er is een drietal scenario’s:

  • Ondernemers die na 1 april 2021 voor de eerste keer een verzoek om bijzonder uitstel indienen hoeven niet te voldoen aan de tot 1 juli 2021 nieuw opkomende betalingsverplichtingen zoals bijvoorbeeld de periodieke afdracht van de omzetbelasting over het eerste kwartaal 2021 en de loonheffingen over de maanden maart, april en mei 2021. Na de laatste dag van het bijzonder uitstel (30 juni 2021) dienen zij de reguliere betaaltermijnen weer in acht te nemen voor de nieuw opkomende betalingsverplichtingen.
  • Voor ondernemers die reeds eerder een aanvraag voor drie maanden bijzonder uitstel hebben aangevraagd (het eerste verzoek) heeft de verschuiving van genoemde einddatum tot gevolg dat zij nog tot 1 juli 2021 een verlenging kunnen aanvragen.
    Let op: het bijzonder uitstel van deze groep ondernemers wordt derhalve niet automatisch verlengd. Vraagt u als ondernemer geen verlenging aan? Dan dient u na de laatste dag van uw bijzonder uitstel de reguliere betaaltermijnen weer in acht te nemen voor de nieuw opkomende betalingsverplichtingen.
  • Voor ondernemers die reeds eerder een verlenging van het bijzonder uitstel hebben verkregen, geldt het bijzonder uitstel in tegenstelling tot voormelde groep ondernemers wél automatisch tot 1 juli 2021. Dit betekent dat het bijzonder uitstel onder andere automatisch gaat gelden voor de verschuldigde omzetbelasting over het eerste kwartaal 2021 en de verschuldigde loonheffingen over de maanden maart, april en mei 2021. Deze groep ondernemers hoeft derhalve geen nadere actie te ondernemen. Voor hen geldt automatisch dat zij de reguliere betaaltermijnen pas weer in acht hoeven te nemen voor de na 1 juli 2021 nieuw opkomende betalingsverplichtingen. 

Naast de einddatum van het versoepelde uitstelbeleid verschuift tevens de datum waarop ondernemers moeten starten met terugbetaling van de belastingschuld die zij tot en met de laatste dag van het bijzonder uitstel hebben opgebouwd (hierna: de betalingsregeling).

De oorspronkelijke startdatum van de betalingsregeling verschuift van 1 juli 2021 naar 1 oktober 2021. De omvang van de betalingsregeling, aflossing in 36 maandelijkse termijnen, blijft ongewijzigd.

Gebruikelijk loon directeur-grootaandeelhouders
Directeur-grootaandeelhouders (hierna: DGA’s) die ondernemen via een vennootschap waar zij zelf arbeid voor verrichten dienen ten minste belasting te betalen over een wettelijk vastgelegde passende arbeidsbeloning, het zogenoemde ‘gebruikelijk loon’. De hoogte van het wettelijk vastgestelde gebruikelijk loon kan knellen met het verlies aan omzet wegens de corona-crisis.

Het kabinet heeft besloten om net als voor het jaar 2020 toe te staan dat de DGA die te maken krijgt met een omzetdaling mag uitgaan van een lager gebruikelijk loon, evenredig met de omzetdaling.

Waar voor het jaar 2020 de omzet van de eerste vier maanden van 2020 werd vergeleken met de omzet van de eerste vier maanden van 2019, dient voor het jaar 2021 de omzet van 2021 te worden vergeleken met de omzet over het gehele jaar 2019. Hierbij gaat het kabinet een toegangsdrempel invoeren inhoudende een minimaal omzetverlies van 30%.

Urencriterium
Ondernemers voor de inkomstenbelasting maken onder voorwaarden aanspraak op diverse fiscale ondernemersfaciliteiten. Op bepaalde ondernemersfaciliteiten kan uitsluitend aanspraak worden gemaakt als aan het zogenoemde ‘urencriterium’ wordt voldaan. Hier wordt aan voldaan als de ondernemer ten minste 1.225 uren per kalenderjaar aan werkzaamheden voor de onderneming besteedt.

Het kabinet heeft voor het jaar 2020 reeds een versoepeling van het urencriterium toegepast. Ook voor het jaar 2021 gaat het kabinet het urencriterium versoepelen. Deze versoepeling houdt in dat ondernemers in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 geacht worden ten minste 24 uren per week aan hun onderneming te hebben besteed.

Voor ondernemers die seizoensgebonden werkzaamheden verrichten en voormelde versoepeling niet effectief is gaat het kabinet net als in 2020 een aanvullende regeling treffen.

Reiskostenvergoeding, werkkostenregeling en thuiswerken
Het kabinet heeft de maatregel voor de onbelaste vaste reiskostenvergoeding verlengd tot 1 april 2021. Dit houdt in dat werkgevers tot 1 april 2021 de bestaande vaste reiskosten onbelast aan hun werknemers kunnen vergoeden, zonder dat deze reiskosten daadwerkelijk worden gemaakt wegens het thuiswerken. Het moet hierbij wel vaste vergoedingen betreffen die al werden toegekend vóór 13 maart 2020.

De vrije ruimte in de werkkostenregeling is in 2020 tijdelijk verhoogd van 1,8% naar 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever. In 2021 wordt dezelfde verhoging toegepast. Voor zover de loonsom hoger is dan € 400.000, geldt het normale percentage van 1,18%.

Door de coronacrisis is het steeds gebruikelijker om thuis te werken. Het is reeds mogelijk om bepaalde daarmee samenhangende kosten onder voorwaarden onbelast te vergoeden. Het kabinet onderzoekt of het mogelijk is deze regeling uit te breiden en eventueel ook te laten gelden na afloop van de coronacrisis, zodat werkgevers meer thuiswerkgerelateerde kosten onbelast kunnen vergoeden.

Overige fiscale maatregelen
Verschillende – hierboven niet genoemde – maatregelen, die in principe gelden tot 31 maart 2021, worden verlengd tot 1 juli 2021. Het betreft onder meer het uitstel van administratieve verplichtingen voor de loonheffingen, de afspraken die met Duitsland en België zijn gemaakt betreffende grensarbeiders en het behoud van het recht op hypotheekrenteaftrek wanneer een hypotheekbetaalpauze wordt verkregen.

Heeft u vragen over bovenstaande maatregelen? Neem dan gerust contact met ons op.