De betaalpauze: om geldverstrekkers de mogelijkheid te bieden om hun schuldenaren de hypotheekverplichtingen in de bijzondere omstandigheden veroorzaakt door de coronacrisis op een andere wijze te laten inhalen dan wettelijk is voorgeschreven, heeft de staatssecretaris maatregelen genomen waardoor de schuld toch een eigenwoningschuld in box 1 van de inkomstenbelasting blijft.
Dit besluit geldt voor betaalpauzes die aan de volgende drie voorwaarden voldoen:
De belastingplichtige heeft tussen 12 maart en 30 juni 2020 bij zijn geldverstrekker gemeld dat hij (dreigende) betalingsproblemen heeft door de uitbraak van het coronavirus;
De belastingplichtige en de geldverstrekker zijn als gevolg hiervan een betaalpauze overeengekomen, die uiterlijk op 1 juli 2020 ingaat, en die schriftelijk door de geldverstrekker wordt bevestigd; en
Deze betaalpauze heeft een looptijd van maximaal zes maanden.
Als de geldverstrekker een ander dan een aangewezen administratieplichtige is, bijvoorbeeld een familielid, gelden aanvullende voorwaarden.
Dit besluit geldt onder voorwaarden ook voor al vóór de publicatie van dit besluit overeengekomen betaalpauzes in verband met de uitbraak van het coronavirus. De betaalpauze kan daarnaast fiscale gevolgen hebben voor het moment waarop de belastingplichtige de tijdens de betaalpauze verschuldigde, maar feitelijk niet betaalde rente in aftrek kan brengen.