De DGA mag een lager loon afspreken als de coronacrisis grote gevolgen heeft voor de omzet en liquiditeit van de BV gedurende 2020. Aan het einde van het jaar stelt de BV het gebruikelijk jaarloon voor 2020 vast en vermeldt dit in de aangifte loonheffingen. Voor een aanmerkelijkbelanghouder (ab-houder) mag het gebruikelijk loon voor 2020 dus achteraf worden bepaald. Dan is duidelijker wat de impact is van de coronacrisis op de BV. Loon dat de ab-houder al genoten heeft over verstreken perioden in 2020, kan niet teruggedraaid worden. De BV en ab-houder kunnen alleen over toekomstige maanden in 2020 het loon verlagen.
Bij verlaging van het maandloon dient in de aangiften loonheffingen het loon dat de ab-houder heeft genoten te worden vermeld, inclusief het eventuele loon in natura (bijvoorbeeld privégebruik auto). Uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar of op het moment waarop de dienstbetrekking eindigt, dient te worden bepaald wat het gebruikelijk loon voor het jaar 2020 is. Als de BV te weinig loon heeft betaald, moet de BV het verschil als loon aangeven en daarover loonheffingen berekenen.
De BV en ab-houder mogen een tijdelijk lager loon overeenkomen. Daar is geen verzoek om instemming van of vooroverleg met de Belastingdienst voor nodig.